Vitamine B12 bij honden: Onmisbaar voor een gezonde hond

Voelt jouw hond zich niet helemaal zichzelf?
Merk je dat hij vaak moe is, minder eetlust heeft of last heeft van zijn darmen?
Dan zou een tekort aan vitamine B12 zomaar de oorzaak kunnen zijn.

Steeds vaker zien we dat honden te weinig vitamine B12 in hun lichaam hebben. En het vervelende is: een tekort blijft vaak lang onopgemerkt, terwijl het enorme invloed heeft op de gezondheid en het welzijn van je hond.

Op deze pagina vertellen we je precies:

  • Waarom B12 zo belangrijk is
  • Wanneer je moet denken aan een tekort
  • Wat je eraan kunt doen

Wat doet vitamine B12 voor je hond?

Vitamine B12 is betrokken bij allerlei belangrijke processen in het lichaam van je hond:

  • Het zorgt voor een gezonde spijsvertering
  • Het ondersteunt het zenuwstelsel en het brein
  • Het helpt bij de aanmaak van bloedcellen
  • En het versterkt het immuunsysteem

Kort gezegd: zonder voldoende B12 kan je hond niet optimaal functioneren.


Hoe herken je een B12-tekort?

Een hond met een B12-tekort laat vaak vage, maar duidelijke signalen zien. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Chronische diarree of spijsverteringsproblemen
  • Slechte eetlust, ochtendbraken
  • Futloosheid of minder zin om te wandelen
  • Overmatig verharen of een doffe, ongezonde vacht
  • Huidproblemen zoals hotspots
  • Terugkerende infecties of allergieën
  • Epileptische aanvallen of andere neurologische klachten

Soms lijkt het of je hond "gewoon wat ouder wordt" of "even niet lekker is", maar in werkelijkheid kan een tekort aan B12 onder de klachten zitten.


Waarom komt een tekort zo vaak voor?

Er zijn verschillende oorzaken:

  • Verstoorde darmflora: Als de darmen niet optimaal werken, kan B12 niet goed worden opgenomen.
  • Genetische aanleg: Bepaalde rassen zoals de Duitse herder en de Australian Shepherd lopen extra risico.
  • Ziekte van de alvleesklier (EPI): Honden met EPI kunnen geen B12 opnemen zonder hulp.
  • Voedingstekorten: Zelfs honden die rauwe voeding (KVV) eten, krijgen niet altijd genoeg B12 binnen.

En wist je dat de opname van B12 ontzettend complex is?
Zelfs als je hond voldoende B12 eet, kan het op verschillende plekken in het lichaam alsnog misgaan met de opname.


Wanneer moet je de B12-waarde laten testen?

Wij adviseren om de B12-status te controleren als je hond:

  • Chronische of terugkerende spijsverteringsproblemen heeft
  • Giardia infecties op jonge leeftijd of steeds terugkerende Giardia infectie
  • Vermoeid, sloom of prikkelbaar is
  • Last heeft van vachtproblemen of allergieën
  • Tot een risicoras behoort (zoals Duitse herder of Australian Shepherd)

Vraag altijd naar de daadwerkelijke waarde!
Soms zegt een dierenarts dat het "binnen de referentiewaarden" valt, maar in de praktijk is pas een waarde boven de 400 pmol/L echt goed.


Wat als er een tekort is vastgesteld?

Gelukkig kun je een tekort goed behandelen.
Dit kan op twee manieren:

  1. Injecties met vitamine B12 — snel en effectief, vooral bij ernstige tekorten
  2. Oraal supplementeren — handig bij mildere tekorten of als injecteren lastig is.

Let op: Gebruik alleen supplementen die veilig zijn voor honden en geen xylitol bevatten.

Soms is het nodig om levenslang te blijven suppleren, zeker als er sprake is van een erfelijke oorzaak.


Vitamine B12 én foliumzuur: een belangrijk duo

B12 en foliumzuur (B9) werken samen in het lichaam.
Door beide te testen krijg je meer inzicht:

  • Is zowel B12 als foliumzuur te laag? Dan is er waarschijnlijk een opnameprobleem.
  • Is B12 laag en foliumzuur juist hoog? Dan kan er sprake zijn van een verstoorde darmflora (disbiose).

Een goed behandelingsplan richt zich dus niet alleen op de vitamine zelf, maar ook op de darmgezondheid.


Wat kun je nu doen?

Twijfel je of jouw hond misschien een B12-tekort heeft?
Laat dan een eenvoudige bloedtest uitvoeren bij je dierenarts.

  • Vraag specifiek naar de B12- en foliumzuurwaarden.
  • Bespreek mogelijke vervolgstappen: injecties of supplementen.

En vergeet niet: voeding en darmgezondheid spelen een sleutelrol.
Goede voeding helpt niet alleen tekorten aanvullen, maar voorkomt ook terugval.