Rauwe voeding is goed voor de spijsvertering

Het maagdarmstelsel van honden, katten en fretten is helemaal ingericht op het verteren van rauw vlees. Hun spijsvertering is totaal anders dan die van planteneters, zoals koeien en paarden. 

Planteneters

Bij planteneters is de spijsvertering vooral gericht op de vertering van gras. De maagdarmstelsels van koeien, paarden en konijnen verschillen behoorlijk, terwijl het alledrie graseters zijn: 

  • Een koe heeft drie voormagen, waaronder een enorme pens, één echte maag die relatief klein is, en vele meters darm.
  • Een paard heeft geen voormagen en één kleine maag, maar ook vele meters darm en een enorme blinde darm.
  • Een konijn heeft ook geen voormagen, één maag en ook vele meters darm met een grote blinde darm.

De overeenkomst zit in de vele meters darm en de grote blinde darm/pens. Daarin bevinden zich namelijk speciale bacteriën die het gras als energie kunnen gebruiken om zich te vermenigvuldigen. Bacteriën bestaan uit eiwit dat voedzaam is voor de graseter. De bacteriën produceren ook vitaminen die tijdens het verteringsproces worden opgenomen in het lichaam.

Vleeseters

Honden, katten en fretten hebben geen pens. De blinde darm van honden en katten is heel klein, en een fret doet het helemaal zonder. De plantenverterende bacteriën gedijen daarom niet in dit maagdarmstelsel. Die bacteriën zijn ook niet nodig omdat het hoofdbestanddeel van vlees (spieren) eiwit is.

Eiwitvertering

Het verteringsproces van carnivoren is in de eerste plaats eiwitvertering: hun maag produceert een sterk zuur (maagzuur = zoutzuur = HCl). Dat zuur activeert een enzym dat het eiwit als het ware in kleine stukjes knipt. Verderop, in de dunne darm, worden die stukjes nog verder verknipt tot ze klein genoeg zijn om opgenomen te worden door de wand van de darm, in het bloed. De darmen van carnivoren zijn veel korter omdat de vertering veel meer ‘recht door zee’ is (zonder dat het voedsel eerst nog allerhande complexe omzettingen moet ondergaan door bacteriën). Een hond, kat of fret kan daardoor weinig beginnen met plantaardig materiaal.

Koolhydraten

Ook de verdere verwerking van de opgenomen voedingsstoffen is bij carnivoren anders dan bij planteneters. Katten en fretten eten uitsluitend hele prooidieren. Daardoor zijn bepaalde koolhydraatverwerkende enzymen, die standaard aanwezig zijn bij andere dieren, bij hen in de loop van de evolutie verdwenen. Want waarom zou je energie en bouwstoffen steken in de aanmaak van deze enzymen, als ze compleet overbodig zijn?

Honden zijn wel wat flexibeler in de vertering van koolhydraten. Waarschijnlijk komt dit doordat hun voorvaders, de wolven, altijd al wat minder ‘kieskeurig’ waren. Honden hebben door de eeuwen heen ook maar al te vaak afval en voedselresten van de mens verorberd, wat een van de aanleidingen was voor hun domesticering. Bij katten en fretten ligt dat anders: katten werden gedomesticeerd om muizen te vangen en weg te houden bij de graanvoorraden en fretten ook om er mee te jagen op onder andere konijnen.